Beantwoord de onderstaande vragen door op een antwoord te klikken of het antwoord in te typen.
Vraag 1: Nicky loopt naar huis.
Wat is de persoonsvorm (pv) in deze zin?
Vraag 2: Anna at een appel.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Vraag 3: Waarom moet je weten wat een persoonsvorm is?
A. Om de vorm van de zin te vindenVraag 4: Ahmed heeft een ananas ...
Schrijf de juiste tijd van het werkwoord eten op:
Vraag 5: Wat is een manier om de persoonsvorm (pv) te vinden?
A. De zin opdelenVraag 6: Wat is de persoonsvorm (pv)?
A. Een voorzetzel